Verplicht voorlezen
Luuk loopt met oma en mij naar het kinderdagverblijf. Het mannetje van een jaar of 2 kijk er ernstig bij. In elk van zijn handjes houdt hij een draak vast. Het lijken een soort lijfwachten. Normaal gaat hij op een andere dag naar ‘De Rommelpot’, maar voor de burgemeester wordt graag een uitzondering gemaakt.
Binnen is het een drukte van belang. Veel leidsters, ouders en kinderen wachten de burgemeester op. Het is feest als het Kinderboekenweek is. De leidsters bedachten dat het dan wel leuk zou zijn als de burgemeester komt voorlezen. Tenslotte woont hij om de hoek. Met de kinderen werd een grote feestelijke uitnodiging gemaakt: “komt u bij ons voorlezen”?
De envelop wordt bij ons thuis in de bus gegooid.
Ik had het er laatst nog over met een groep collega’s uit de Randstad. Ik krijg aan de lopende band post voor de burgemeester aan huis bezorgd. Soms wordt er zelfs aangebeld om iets persoonlijks te overhandigen. Dat kennen ze niet in De Randstad.
De koffie kan straks wel. Er moet eerst worden gewerkt. Ik krijg een korte rondleiding door het nieuwe kindcentrum. Het is aan het Dorpshuis gebouwd, dat de verhuurinkomsten goed kan gebruiken.
Daarna moet er natuurlijk worden gelezen. De kinderen zitten al klaar. Onder de vier jaar moet de trukendoos wel open, om de aandacht erbij te houden. De burgemeestersketting helpt dan altijd goed. Even een jongen en een net zo verlegen meisje naar voren halen. De ketting komt haast op de grond, maar ze vinden het prachtig.
Als je fluistert, luistert iedere peuter beter; “wie wil mij wel even helpen”. Luuk is druk met zijn draakjes. Maar er is altijd wel 1 mannetje (of vrouwtje) dat het mooi vindt om naar voren te komen. Het heeft een hoog Sinterklaas-gehalte. Met zo’n mannetje tegen je aan, leest het net wat makkelijker. En ieder kind verplaatst zich in hem.
We lezen ‘Wasbeer doet de was’ (Susanne Strasser). Ik ken het boekje niet, maar het leest lekker weg. De wasbeer houdt erg van vuile kleertjes wassen. Kikker brengt zijn groene sokken. We gaan wassen “schrob schrob, wisj, wasj, woesj”. De oudere kinderen kennen het verhaal en doen vrolijk mee. De schone sokken gaan aan de lijn. En dan komt Tijger met een gele rok. En het schaap met een witte trui etc.
Ik zie de kinderen en de ouders genieten, en de Burgemeester geniet mee. Niets mooier dan voorlezen. En bovendien heel belangrijk voor de taalontwikkeling. Ik schreef wel eens in een column dat op het niet-voorlezen van je (klein)kinderen een taakstraf zou moeten staan. Maar dat schrijf ik niet meer.
Alle kinderen krijgen na afloop het boekje. De Burgemeester ook. Fijn voor hem en kleinzoon Jelte.