Van na de oorlog
Als ik het boek over de bevrijding van Noordoost-Nederland doorblader, lijkt de oorlog mijlenver weg. Beroepsmilitair Harold de Jong heeft veel tijd gestopt in “Poolse strijders over de Hondsrug”. Hij blijkt niet alleen een goede schrijver, maar op mijn werkkamer ook een goede verteller. Het was spannend in de dagen rond 10 april 1945. In Noordbarge werd er gevochten door zo’n tachtig Polen die beschikten over zestien tanks. Tegen 17.00 was geheel Emmen in handen van de Poolse bevrijders.
Twee weken later ben ik met ons langst zittende raadslid Huttinga in Osnabrück. Die stad ligt naast onze partnergemeente Georgsmarienhütte. Het is een beladen weekend. Op zaterdag was de herdenking dat 79 jaar geleden het kamp Auschwitz werd bevrijd. De herdenking viel samen met grote protesten tegen de AFD, Alternative für Deutschland. Deze zeer rechtse partij blijkt in de afgelopen tijd steeds extremere standpunten te verkondigen. Zo leven er plannen voor massadeportaties van miljoenen Duitsers: “Europa hoort aan de Europeanen, dus aan het blanke ras”…
Vele Duitsers gingen de afgelopen weken de straat op, om hier luid tegen te protesteren. Bij de Holocaust-herdenking op zondag in Osnabrück maak ik kennis met mijn Duitse collega. Zij gruwt van dit soort uitspraken, die juist in Duitsland heel gevoelig liggen. In haar bevlogen toespraak krijgt ze geregeld de handen op elkaar. Ik moet denken aan een uitspraak die ik laatst op een burgemeester-bijeenkomst hoorde: “de geschiedenis herhaalt zich niet, maar rijmt vaak wel” (Mark Twain). Na de toespraak worden de namen genoemd van de holocaust-slachtoffers in de regio Osnabrück. Elke keer weer ril je even bij “Joshua, 4 jaar: Levi, 13 jaar; Sara, 1 jaar etc”.
We leggen namens de gemeente een krans bij het monument. Aan de overkant van het fraaie kerkplein wordt stilgestaan bij de moord op de Roma en Sinti in de Tweede Wereldoorlog. Ook weer zo’n gruwelijk hoofdstuk in de geschiedenis. We luisteren naar het citaat van Primo Levi: “Ik kan niet begrijpen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort”. Overal zie ik oudere vrouwen met de button: “Oma gegen rechts”.
Na afloop bezoeken we nog een indrukwekkende tentoonstelling over het Duitse verzet in de oorlog. Ik heb er nooit zo bij stilgestaan dat ook in Duitsland zelf er verzet was tegen het Nazi-regime. Het museum is genoemd naar Erich Maria Remarque, geboren in Osnabrück. Hij verwierf wereldfaam met zijn pacifistische boek “Im westen nicht neues”. Het inspireerde mij veertig jaar geleden om militaire dienst te weigeren.
En ik moet de hele tijd denken aan dat spandoek bij de grote Vredesdemonstratie in Den Haag: “ik ben van na de oorlog, en dat wil ik graag zo houden”.