Landschap met water en bomen

Slavernij

09 juli 2024
Column burgemeester

De zaal in het Drentse provinciehuis ken ik als mijn broekzak. Daar heb ik heel wat verschillende bijeenkomsten aan elkaar mogen praten. In mijn tijd als ambtenaar had ik een eigen bedrijfje. Ik liet mij inhuren voor praat- en schrijfklussen, het enige dat ik een beetje kan. Als dagvoorzitter leidde ik veel provinciale bijeenkomsten. Dat bleek me later goed van pas te komen toen ik in Drenthe solliciteerde als burgemeester. Veel mensen uit de sollicitatiecommissie hadden mij wel eens zien optreden. 
Nu hoef ik de boel niet aan elkaar te praten. We zijn met de Commissaris van de Koning en een hele serie burgemeesters bij de Keti-Koti-bijeenkomst. Dat is een herdenking aan het slavernijverleden. Dagvoorzitters van dienst zijn twee jonge meiden, die zich toch wat giebelend door de zware klus heen trekken. Ze geven de vloer aan vijf prachtig geklede Surinaamse vrouwen. Tweetalig vertellen ze in het kort het verhaal van de slavernij. Daarbij zingen en dansen ze. 
Aansluitend volgen toespraken van de staatssecretaris en de Commissaris. Ik wist het wel, maar toch raakt het me elke keer weer. De slavernij werd pas in 1863 formeel afgeschaft. Maar vervolgens duurde het nog tien jaar voordat de laatste slaaf echt vrij was. 
Als je dat op je in laat werken, is het eigenlijk onvoorstelbaar. Duizenden mensen werden ontvoerd. Vervolgens werden ze aan de andere kant van de oceaan na een afschuwelijke reis op een vreselijke manier aan het werk gezet. Ze werden onderbetaald, slecht gevoed en mishandeld. Dat werd eeuwenlang normaal gevonden. En zelfs toen het bij wet werd verboden, sudderde het nog tien jaar door. 
Dat havensteden als Amsterdam en Vlissingen allerlei banden hebben met het slavernijverleden is genoegzaam bekend. Maar we weten eigenlijk maar weinig van de Drentse banden met deze nare geschiedenis. Een medewerker van het Drents Archief vertelt over zijn eerste bevindingen. Zo schreef de bekende Drentse predikant Johan Picardt in de 17e eeuw een bekend geschiedenisboek, waarin hij de slavernij verdedigde. En veel fraaie landgoederen en huizen zouden wel eens bekostigd kunnen zijn met slavengeld. Ook Johannes van den Bosch, de stichter van Veenhuizen, heeft een relatie met de slavenhandel. 
Op dezelfde dag wordt in heel het land stilgestaan bij deze nare geschiedenis. Bij de landelijke ‘Keti- Koti-‘viering’ is de voorzitter van de Tweede Kamer niet welkom. Daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. Hij schamperde in het verleden over het belang van deze herdenking. Het zijn uitspraken die veel mensen pijn deden. En kwetsende uitspraken kun je niet zo in ‘de ijskast’ zetten, omdat je nu een nieuwe rol hebt. De vreselijke geschiedenis van de slavernij dwingt ons tot  een respectvolle benadering van ieder mens. Het zou een mooi motto moeten zijn van het nieuwe kabinet. 

Chat met een medewerker