Landschap met water en bomen

Plus 2

16 augustus 2022
Column burgemeester

We zitten op een schitterende zomeravond aan de Bodensee bij Konstanz wat voor ons uit te mijmeren. Daar zijn vakanties goed voor. Mijmeren. Mooi woord. Beetje voor je uit staren en je gedachten maar wat laten waaien. Daar kan je heel ingewikkeld over doen, ‘mindfulness’ en zo. Tja. Het is niet zo moeilijk, als de omstandigheden goed zijn. Er is geen enkele reden tot piekeren. Als het met de drie dochters goed gaat, komen we al een heel eind. We zijn wat moe in de benen. Dat helpt ook bij fijn mijmeren. Geen schuldgevoel dat je weer moet hardlopen of zoiets. En we zitten allebei in een lekker dik goed boek, maar dat ‘eet geen brood’, zou mijn moeder zeggen. 
Op het water kabbelen de eendjes voort. We kunnen de Bodensee wel dromen, want we zijn al dagen bezig om er omheen te fietsen. Dat is nog een hele rit. We doen het op gewone toerfietsen, die natuurlijk gekocht zijn bij de fietshandel in de straat. Vaklui, goede service en altijd tijd voor een praatje. Kom daar maar eens om bij internet. Het parcours rondom de Bodensee heet redelijk vlak te zijn. Dat valt mee of tegen, het is maar hoe je het bekijkt. Af en toe komen we behoorlijk pittige heuvels tegen. Het blijft wennen om dan voorbij gefietst te worden door vrolijk fluitende oudjes op een e-bike. 
“Wist jij dat de Bodensee door Duitsers het Meer van Konstanz wordt genoemd”, zeg ik zo maar tegen mijn vrouw. Ook bij het mijmeren mag wel eens een pubquizje voorbij komen. 
Ineens herinner ik het mij weer. Ik zal een jaar of zes, zeven zijn geweest. Ook toen al was ik geen uitslaper. Mijn moeder dekte de ontbijttafel. Het was de tijd waarin gezinnen de dag nog startten met een gezamenlijk ontbijt. De radio staat aan voor het nieuws. “Je kunt nooit weten of de Peperbus nog overeind staat”, zei mijn Zwolse moeder in Den Haag met een beetje weemoed. Voor de nieuwsberichten werden de ‘Waterhoogten van hedenmorgen’ voorgelezen. Hedenmorgen, heerlijk. Lobith plus 1, Grave beneden de Sluis -1 en zo door. Terwijl ik mijn autootjes voorzichtig parkeerde voor de kolenkachel, luisterde ik goed. Fascinerend al die plaatsen. Konstanz plus 3, geen idee waar het lag. 
De standen werden op dicteertempo voorgelezen. In mijn gedachten zag ik Captain Iglo-schippers met baard en pet meeschrijven. Mijn moeder en ik maakten er vaak een spelletje van. “Borgharen”. “Plus 1”, zei mijn moeder en ik dan “0”. Je kreeg een punt als je goed had. Volgens mij liet ze me altijd winnen. 
Mijmerend kijken we voor ons uit, zo is het leven goed. Laat de tijd maar even stilstaan. “Konstanz, plus tien.” 

Chat met een medewerker