In de bajes
Jaren geleden deden we als personeelsvereniging mee met ‘Escape fromVeenhuizen’. We werden met boevenbusjes van het Gevangenismuseum gedropt in het ‘midden van nergens’. Daarna moesten we als ontsnapte gevangenen op zoek naar een bepaald café. De ‘bewakers’ waren naar ons op zoek. We hadden beperkt ‘losgeld’ mee, om de bewakers om te kunnen kopen. Spannend om in een pikdonker bos je weg te zoeken. We keken steeds goed om ons heen om geen bewakers tegen het lijf te lopen. Nog leuker om een ander groepje de stuipen op het lijf te jagen, door ineens vanuit de bosjes heel hard ‘Halt’ te roepen.
Nu is het serieuzer werk in het Gevangenismuseum. We zitten met een man of 50 in het restaurant om door te praten over het gevangeniswezen. Opvallend hoeveel mensen hierbij betrokken zijn. Natuurlijk veel burgemeesters en wethouders. Maar ook mensen van politie, justitie, verslavingszorg, reclassering, ministerie et cetera.
Bij dit soort discussies is het altijd goed om eerst wat feiten te krijgen. Als je aan voorbijgangers vraagt hoeveel mensen in gevangenissen zitten, vliegen de miljoenen je om de oren. Feitelijk hebben we in Nederland een van de laagste ‘detentie-ratio’s’ van de wereld. Dat betekent dat er relatief weinig mensen in de gevangenis zitten ten opzichte van het aantal inwoners. Concreet gaat het om 30.000 mensen op een bevolking van 17 miljoen. Om een vergelijking te maken: in de Verenigde Staten zitten naar verhouding tien keer zoveel mensen in de gevangenis. Anders dan sommige politieke partijen ons willen doen geloven, worden het er ook niet steeds meer. De verhouding gevangenen ten opzichte van het aantal inwoners is relatief stabiel. Bovendien komen bijna alle gevangenen weer terug in de samenleving. Dat gaat vaak goed.
Dat komt omdat we daar veel aandacht aan besteden. Vanaf de eerste dag in de gevangenis wordt er met gevangenen gesproken over hoe hij (het zijn vaak mannen) wil terug komen. Daarbij wordt ondersteuning geboden in de vorm van werken en leren.
Aan tafeltjes praten we door over hoe een en ander kan worden verbeterd. “Keihard straffen” klinkt het vaak in de politiek en werkt goed als vergelding. Maar we hebben meer aan zorgvuldige begeleiding waardoor mensen niet weer in de fout schieten. Het is mooi om te horen hoeveel mensen betrokken zijn bij een zorgvuldige terugkeer van mensen in de samenleving. Iedereen verdient een tweede kans.
Ik denk even terug aan mijn studietijd, waarin we regelmatig voetbalden tegen gedetineerden op de binnenplaats van de Van Mesdagkliniek. Zo voetbalde ik eens tegen een buitengewoon vriendelijke jongen van mijn leeftijd. Wat heeft hij gedaan, vroeg ik na afloop een bewaker. “Dat wil jij niet weten, “ was het antwoord. Die jongen is mij altijd bijgebleven. Hoe zou het met hem gaan?