Goed doen
Als ik De Apenheul binnenstap, kijk ik toch wat ongerust om me heen. Mij is beloofd dat de apen in de winter binnen zitten. Maar je weet het nooit. Vroeger kwamen we hier wel eens met De Dochters. Die vonden dat veel leuker dan papa. Ik zag alleen maar snel graaiende beesten, die het voorzien hadden op brillen, eten en onze meisjes. En als burgemeester van Emmen weet ik welke dieren daar absoluut niet mogen ontsnappen: de 100 bavianen.
Met een groep burgemeesters krijgen we een lesje ‘apenmanagement’. Het gedrag van apen kan voor mensen allerlei inzichten bieden in leidinggevend gedrag.
Het is een leuke onderbreking na een pittige ochtend. Toen kregen we van twee hoogleraren een wat somber betoog over de polarisatie in Nederland. Je zou emigratie overwegen. Alle elementen komen voorbij: de boosheid van veel mensen, scheldpartijen, en buitengewoon felle debatten die via sociale media ook nog worden uitvergroot. Fanatisme, extremisme, en complotdenken lijken het wereldbeeld te bepalen.
Ik mocht het programma mee samenstellen. Dus is het geen toeval dat we de volgende dag een wat vrolijker beeld van Nederland krijgen. Als je een beetje oppervlakkig kijkt, is het alsof het in Nederland 1 bak ellende is. Maar de feiten geven een ander verhaal.
Professor Schuyt wijst ons op de kracht van de samenleving. Er zijn bijvoorbeeld in de geschiedenis nog nooit zoveel vrijwilligersorganisaties geweest (meer dan 33.000). We zijn het land van de vele verenigingen en stichtingen (368.000) en er zijn meer dan 7000 (!) initiatieven van burgers die gezamenlijk wat willen betekenen voor de samenleving. En wat te denken van 9.000 energie-coöperaties. Kortom, het beeld dat we maar zo’n beetje voor onszelf leven, klopt niet.
Dat blijkt ook uit onze gulheid voor goede doelen. Daarin behoren we tot de koplopers in de wereld. Natuurlijk, zo’n 15% van de bevolking leeft op de grens van de armoede. Maar de overige 85% geeft met gulle hand. Zo geven we met elkaar 815 miljoen aan ‘internationale hulp’, 954 miljoen aan ‘milieu/natuur’ en 667 miljoen aan ‘sociale doelen’. De meeste openluchtzwembaden worden in stand gehouden door vrijwilligers. En een kwart van de cultuurbegroting van het rijk wordt opgebracht door cultuurliefhebbers. Dus zo beroerd gaat het nog niet.
De ‘Stadmakers’ vertellen ons vervolgens hoe ze vele maatschappelijke initiatieven te ondersteunen. Met behulp van vrijwilligers kunnen de mooiste dingen ontstaan. Of het nu gaat om een park, een natuurspeeltuin, of een buurtkeuken. Initiatieven van bewoners zelf leiden tot bijzondere en aansprekende resultaten. De overheid moet leren om bewoners echt te betrekken en ze een gevoel van ‘eigenaarschap’ te geven. Dat lukt alleen op basis van vertrouwen.
Hoopvol gestemd reis ik na twee mooie dagen weer terug naar Emmen. Ook hier geldt: “de meeste mensen deugen”.