De bosmaaier
We zien minister Hugo de Jonge ineens opveren. Hij is op werkbezoek in Emmen. We kwamen elkaar wel vaker tegen, zeker in Corona-tijd. Hij is weinig veranderd: vlotte Rotterdamse babbel, opvallende schoenen, en voor Feyenoord.
We ontvangen hem op het ‘Innovatiecentrum’, de voormalige busremise bij het Getec-terrein. Onze bevlogen wethouders Guido Rink en Raymond Wanders vertellen goede verhalen over onze plannen. De minister luistert geïnteresseerd en stelt belangrijke vragen.
Maar hij veert pas echt op als we het gaan hebben over duurzaamheid. Een medewerker van Senbis noemt zichzelf ‘uitvinder’. Hij vertelt enthousiast over een van zijn vondsten. Het gaat over de bosmaaier. Ik help de minister even om uit te leggen wat dat ook alweer is. Als je op een bovenwoning in Rotterdam woont, heb je niet dagelijks zo’n apparaat nodig. Het balkon redt zich zonder ook wel. Ik heb ook zo’n apparaat. Maar eerlijk is eerlijk, het is en wordt nooit mijn hobby. Hij maakt een hels kabaal. De takjes vliegen daarbij in het rond. Ik doe het zonder veiligheidsbril, maar ik vraag me altijd of ik daardoor nog eens een oog ga missen. En in de zomer slaan die takjes vervelend hard tegen je blote benen.
Er blijkt nog een ander probleem, zegt de uitvinder. Bij het gebruik breken de plastic draadjes. Die belanden in de natuur. In totaal verdwijnt er naar schatting zo’n 10.000 kilometer (!) plastic draad in het groen.
De minister valt haast van zijn stoel. Ook ik ben onder de indruk. In vier jaar tijd ben je dan de wereld rond. Dat spul verteert bovendien niet vanzelf. Vergelijkbaar met de plastic soep in de zee. Daardoor sterven jaarlijks miljoenen dieren. Dichterbij huis gooien we ook van alles in de natuur wat maar moeilijk afbreekt. Zo doet een bananenschil er twee jaar over om te vergaan. Een sigarettenpeuk doet daar zo’n tien jaar over. En een stukje kauwgom dat je uitspuugt is pas na zo’n 20 jaar afgebroken.
Ik ben van de generatie die al snel een (spreekwoordelijke) draai om zijn oren kreeg als je ook maar een snippertje papier op straat gooide. Maar daar wordt nu wel anders over gedacht. En het is niet alleen de jeugd die van alles en nog wat op de straat en in het bos gooit.
De minister is net als ik onder de indruk van de 10.000 kilometer draad. De uitvinder bedacht “onder de douche” een meer duurzame oplossing. Hij heeft een even sterk materiaal ontwikkeld, dat wel afbreekbaar is. De winst is enorm. Zo ontwierp hij ook een voetbalkunstgrasmat, die afbreekbaar is. En daar liggen zwarte korreltjes op, die ook duurzaam zijn.
Dat vinden wij mooi, zolang zo’n mat maar niet in De Kuip wordt gelegd.