De 100-jarige
Het is een van de leuke kanten van het werk: het bezoeken van de 100-jarige op zijn verjaardag. Vaak denkt de familie dat dit slechts bij hoge uitzondering gebeurt. Het is inderdaad geen alledaags werk. Maar zo bijzonder is het nu ook weer niet. Alleen al in de gemeente Emmen zijn er thans 17 mensen honderd jaar of ouder. De oudste is een vrouw en die wordt binnenkort 103! Dus gemiddeld heb ik elke maand wel zo’n bezoekje. Natuurlijk bezoek ik ook de 101- , 102- en zo verder-jarige. De huwelijksfeestjes bezoek ik elk lustrum (60,65,70). Maar ik vind het wat overmoedig om tegen de 100-jarige te zeggen: “tot over 5 jaar”.
In de afgelopen 2 weken mocht ik liefst vier keer een honderdjarig feestvarken de hand schudden. Ook dit kwartet is verrassend vitaal.
Daarbij denk ik altijd aan dat geweldige verhaal van Godfried Bomans. Hij ziet een heel oude man zitten en denkt de honderdjarige te feliciteren. Maar die zegt: “vader is boven”. Hij rent de trap op, “want ik begreep dat het nu een kwestie van seconden was. Daar hing de honderdjarige aan de touwen: hij was bezig een vogelnestje te maken. Ik kroop bijna in zijn oor en gilde: “wel gefeliciteerd! De jubilaris schudde het hoofd, maakte een dubbele salto en sprong op de grond. ‘Ik ben niet doof’, zei hij, zijn jas aantrekkend, ‘ik ben alleen maar oud’”.
Zo bont maken de 100-jarigen in Emmen het deze maand niet. Maar er valt met allen nog een mooi gesprek te voeren. Het lopen en gehoor zijn vaak wat minder. Maar ik krijg de mooiste verhalen van vroeger te horen. Verhalen die dus terug gaan in de jaren dertig. En natuurlijk de bijzondere periode in de oorlog. Een mevrouw zegt dat ze daar nu weer vaak aan terug moet denken; ze maakt zich zorgen over deze tijd. Maar het gaat ook vaak over de lieve kinderen, al dik in de zeventig, “en ze komen nog elke dag hoor”. Of over de “geweldige zorg” die ze elke dag krijgen. “Ik ben een tevreden mens, burgemeester, mooi hè”.
Vaak komt het ook op de vraag hoe je honderd wordt. Ze weten het meestal zelf ook niet. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat honderd jaar worden een kwestie van geluk is, al of niet in combinatie met goede genen. Daar kan je dus niet zoveel aan doen. Maar uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat “ vier goede levensgewoonten” de kans op een langer leven met gemiddeld 14 jaar vergroten: “niet roken, minimaal 150 minuten per week licht intensief bewegen, 5 stuks groente/fruit per dag, en niet meer dan 1 glas alcohol per dag”.
Dat lijkt me te doen. Op naar de 100!