Landschap met water en bomen

Beperkt?

04 april 2023
Column burgemeester

Op de parkeerplaats van het winkelcentrum Emmermeer staan opvallend veel busjes. In de naastliggende sporthal is een grote groep bezig met rolstoelhockey. En dan kom je niet met je sporttasje op een fiets.
Een tijdje geleden werd ik gevraagd om eens te komen kijken. Dat leek me wel leuk. Ik had wel eens rolstoelbasketbal gezien. En bij hardloop- en wielerwedstrijden zag ik ook de nodige sportrolstoelen. Maar dit is ander werk. Ik word hartelijk ontvangen en krijg meteen de nodige uitleg. Ondertussen zit ik met  bewondering te kijken naar jonge mensen die buitengewoon handig met een elektrische rolstoel zijn. Sommigen hanteren daarbij een stick, waarbij ze een lichte bal alle hoeken opslaan. Anderen hebben een hulpstuk aan de rolstoel, waarmee de bal wordt verplaatst. Ze bedienen de rolstoel met een elektrisch pookje. Die rolstoel kent een soort bumper, waardoor een botsing geen ongelukken oplevert. Dat maakt het meteen tot een dure sport; voor de prijs van een rolstoel koop je een leuk tweedehands autootje. Natuurlijk gaat het in het gesprek over het beleid en het geld. Maar als ik met de groep in gesprek ga, hebben ze het toch vooral over het spelplezier.
Dat zie ik een week later ook bij de hardloopgroep van de Trans. Die groep wordt getraind door Gerrit Voortman, een voormalig topatleet. Hij is een tijdje uit de roulatie geweest, maar is nu weer terug. Hij laat er zijn eigen verjaardag niet voor schieten. Hij wordt begroet alsof hij net terug is van een lange wereldreis. De mensen van de Trans hebben een verstandelijke beperking, maar we kunnen nog heel wat leren van de manier waarop ze hun gevoelens uiten. Eerlijk. Ontroerend om te zien hoe ze de trainer om de hals vliegen. We zingen heel hard  “lang zal hij leven”, want dat kan een mens met een nare kwaal wel gebruiken.
Maar dan gaan we los. De ene helft loopt hard, de andere helft laat zich voortduwen in speciale rolstoelen. Ik mag Jan voortduwen. Dat valt al hardlopend nog niet mee, maar hij krijgt de lach niet van zijn gezicht. In een leuke ronde langs de Rietplas doen we allerlei oefeningen. Voor de tiende keer krijg ik van een collega-loper te horen dat de Airbus 380 wordt gemaakt in Toulouse (je steekt wat op). H. vraagt vijf keer of ik echt de burgemeester ben. En G. klaagt minutenlang over een bijzondere beenblessure, waarna hij hard wegsprint. Aan het eind doen we een wedstrijdje over 100 meter. Ik ben kansloos. Dat vinden ze mooi. Ze verloren in hun leven al heel wat wedstrijdjes door hun beperking. Maar hier winnen ze, al is het maar door een stralend humeur. Daar kunnen we nog wat van leren.

Chat met een medewerker