Landschap met water en bomen

Armoede op het Veen

19 november 2024
Column burgemeester

Het Kenniscafé is weer eens uitverkocht. Tweehonderd mensen zijn geïnteresseerd in een avond over ‘De Veenkoloniën’. We woonden er bijna dertig jaar met veel plezier.  Ik mag de avond openen met een column. Daarna neemt Willem Foorthuis ons mee in de indrukwekkende ontstaansgeschiedenis. Aansluitend praten we in een forum door over de kansen van de Veenkoloniën. Het gaat ons economisch voor de wind en er gaat veel goed. Maar de bestaanszekerheid is voor veel mensen in de Veenkoloniën nog steeds een aandachtspunt. In de Veenkoloniën leven zo’n 14.000 mensen op of onder de armoedegrens.
Dat is twee dagen later ook het thema op een studiemiddag in Veendam. We zijn in Hotel Parkzicht, een locatie waar ik als voormalig Veendammer gemeentesecretaris heel wat stappen heb staan. Nu ben ik er als voorzitter van de Alliantie van Kracht. Een sterk samenwerkingsverband van bijna 50 partijen, die allemaal wat willen bijdragen aan minder armoede in de Veenkoloniën. Aan de diverse tafels wordt met 150 mensen doorgepraat over de ‘niet direct zichtbare verborgen armoede’. Dat doen we met professionals, maar vooral ook met ervaringsdeskundigen. Dat zijn de mensen die jaren in armoede hebben geleefd. Zij kunnen ons helpen met praktische aanwijzingen hoe mensen geholpen kunnen worden. 
Het laatste deel van de studiemiddag is voor Tryater. Er wordt door 1 vrouw een theaterstuk opgevoerd over verborgen armoede. Het begint nog grappig. Ze speelt de wat zenuwachtige leidster van de bingo. Iedereen in de zaal heeft een kaartje en speelt vrolijk mee. Het decor bestaat uit een indrukwekkende hoeveelheid te winnen cadeautjes, inclusief een speeltje van Easy Toys. Maar terwijl ze de getallen voorleest (“64, zo oud was mijn moeder”), wordt er een intriest verhaal verteld. De vrouw heeft een slecht contact met haar moeder. Het ouderlijk huis wordt verwaarloosd, in de keukenkastjes staat enkel een pakje Chinese tomatensoep, de oma vergeet de verjaardagen van de kinderen en uiteindelijk wil de moeder niet meer dat de dochter op visite komt (“11, gekkengetal zei mijn moeder dan). Maar gaandeweg de voorstelling kantelt het beeld. De moeder houdt uit schaamte afstand. Ze is straatarm. Haar pensioen is door haar overleden echtgenoot (“ik had wel een leuke vader”) verbrast. 

Na de indrukwekkende uitvoering wordt in de zaal naar reacties gevraagd. Na de gebruikelijke stilte in Noordelijke zalen, vraagt een vrouw van middelbare leeftijd het woord. Zij is een van de ervaringsdeskundigen. Ik hoor de trilling in haar stem: “ik kon tien jaar lang amper meer kopen dan de dagelijkse boodschappen. Deze zomer was ik schuldenvrij. Toen kocht ik voor het eerst met mijn dochter een jurkje. Dat was heel fijn”. In de bomvolle zaal kan je een speld horen vallen. We weten waarvoor we het doen.

Chat met een medewerker