Afscheid
Een foto van het parkeerkaartje stuur ik maar even naar middelste dochter in Amsterdam. Iets meer dan 3 uur parkeren in Hardenberg kost 0,20. Even overweeg ik een fooi, maar de strenge parkeerautomaat accepteert het niet. “Zo kan het ook,” schijf ik aan dochter. Als wij bij haar op bezoek komen in het centrum van Amsterdam, tikken we 6,50 per uur af. En dan hebben we nog geen kop koffie gehad.
Zo gek vaak kom ik niet in Hardenberg. Het ligt net over de provinciegrens en dat doet ertoe in bestuurlijk Nederland. Het wemelt van de afspraken in Drenthe. Maar in de buurprovincies komen we maar zo nu en dan.
Nu ben ik uitgenodigd voor een praatklusje. Ik kan een heleboel zaken niet zo goed, maar praten lukt redelijk. Gemeentesecretaris Ida Oostmeier heeft mij gevraagd om bij haar afscheid een talkshow te presenteren: “Ida draait door”. Vroeger was het een eer om Matthijs van Nieuwkerk te vervangen. Maar na wat pijnlijke akkefietjes wordt zijn naam zorgvuldig vermeden. Bij de opening beloof ik niet te snel boos te worden.
We nemen met een aantal tafelgasten, waaronder Ida, haar indrukwekkende loopbaan door. In 2004 kwamen we elkaar tegen als beginnende collega’s. We hielden altijd contact. Uiteindelijk werkten we een paar jaar fijn samen in Emmen. Daarna vertrok ze naar Hardenberg, om daar haar pensioen te halen.
Het wordt een boeiend gesprek, onderbroken met een aantal persoonlijke filmpjes. Daarmee wordt zo’n afscheidsreceptie een stuk leuker.
Ik maak het nogal eens anders mee. Laatst nam een collega afscheid. Toen stond ik geboekt als een van de 11 (!) sprekers. Probeer daar maar eens de aandacht bij te houden.
En als je dan moet spreken, is het niet altijd eenvoudig om een aansprekende tekst te maken. Natuurlijk, soms rollen de verhalen er zo uit. Zo sprak ik bij het afscheid van onze bevlogen medewerker Harm Lassche. Veertig jaar gewerkt bij de gemeente, en een prachtige loopbaan bekroond met het organiseren van een schitterende Koningsdag. Daar wordt in heel Nederland over gesproken. Dan is een oprechte toespraak zo gemaakt.
Maar zeker in de tijd dat ik nog gemeentesecretaris viel het mij ook wel eens zwaar. Het zweet breekt me nog uit bij die collega’s, waar geen verhaal was van te maken. Een rondgang bij zijn collega’s voor smeuïge verhalen bleef vaak steken bij “hij was altijd op tijd en ging op tijd weer weg”. Bij de nazit bevestigde de vaak even fletse echtgenote dat ook: “en hij heeft helemaal geen hobby’s”.
Van mensen als Ida en Harm nemen we moeilijk afscheid. Maar zoals mijn Hardenberger collega mooi zei (vrij naar Dickens): “de pijn van het afscheid is niets vergeleken met de vreugde van het weerzien”.