Landschap met water en bomen

Aapje

17 juni 2025
Column burgemeester

In de vroege ochtend hardlopen in Brussel. Mooi werk. De straatvegers, de zwerver die zijn roes uitslaapt, de ambtenaren in te dure pakken met een beker slechte koffie in de hand. En je voelt weer snel dat in Brussel geen meter vlak is. Hoe vaak heb ik hier al vroeg hard gelopen? Eerst studeerde Middelste Dochter er met veel plezier bij het ‘Huis van de Provinciën’. Daarna kwam ik er vaak met de gemeente. 
De dag ervoor hadden we een mooie sessie in het kader van de Noordelijke samenwerking. Al tien jaar hebben de Noordelijke steden er een eigen succesvol lobby- kantoor. 
Nu rijden we richting Vlissingen. Daar heb ik een bijeenkomst met de burgemeesters die in 2007/2008 zijn begonnen. De helft is nog steeds in functie. Dit jaar is de burgemeester van Vlissingen onze gastheer. 

Onderweg maken we een tussenstop in Bergen op Zoom. Daar woont Tante Wil, bijna 90 jaar en jongste zus van mijn vader. Haar zes broers zijn allemaal overleden. Zo is ze de laatste die nog kan verhalen van vroeger. Voor de Veteranendag schreef ik onlangs een verhaal over het Indië-verleden van mijn vader. Dat verhaal had ze met belangstelling gelezen. Maar ze meldde al gauw dat ze nog wel wat aanvullingen had. Ik heb het plan om dat Indië-boek nog eens te schrijven, dus ik kom graag. 
Ik word hartelijk ontvangen, “zoveel bezoek krijg ik nu ook weer niet”. Ze heeft net drie boterhammen met kaas gemaakt, maar het andere brood is nog bevroren. Tja. Ik hou het bij een koekje en wat fris. Het neefje bij tante. 
Het brood blijft onaangeroerd. Ze praat honderduit. De mooiste verhalen komen voorbij, zigzaggend door de geschiedenis, van de ene broer naar de andere. De meeste verhalen zijn compleet nieuw voor me. Van een oudere broer van mijn vader, die tewerkgesteld werd bij Hamburg. Hij vluchtte door onder een vrachtwagen te kruipen en hangend aan de carrosserie weg te komen. Of van een jongere broer die in Nürnberg aan het werk moest en verliefd werd op de dochter waar hij was ingekwartierd. Het huis werd gebombardeerd toen hij aan het werk was, het meisje heeft hij nooit meer gezien. 
Na drie jaar Indië was ze dolblij dat mijn vader terug kwam. Op het station van Breda werd hij hartelijk met muziek ontvangen. Hij kreeg een fiets. De straat was versierd. “Hij leek wel blij, maar niemand hoorde ooit het echte Indië-verhaal, er was daar veel gebeurd”. 
En ja, mijn vader was gek op zijn tien jaar jongere zusje. Ze vond het heel verdrietig dat hij plotseling naar Indië moest. Op het plaatje dat ze in 1947 voor hem insprak hoor je haar vragen: “neem je een aapje voor me mee”? 

Chat met een medewerker