Sinds 1 januari 2016 voert de gemeente Emmen de bestuurlijke boete voor de Basisregistratie Personen (BRP) in.
Elke gemeente houdt persoonsgegevens bij over haar inwoners in de Basisregistratie Personen. Deze gegevens worden gebruikt door vele (overheids-)instellingen. Zo hoeft u niet overal de wijzigingen in uw gegevens door te geven. De gemeente kan u een bestuurlijke boete opleggen als u bepaalde verplichtingen niet nakomt, zoals verhuizingen (bewust) niet doorgeven.
De meeste inwoners geven tijdig de juiste informatie door aan de gemeente voor een goede inschrijving in de BRP. Deze boete is juist bedoeld voor inwoners die bewust de gemeente niet informeren over wijzigingen in hun persoonsgegevens.
De gemeente kan u een bestuurlijke boete opleggen als u onderstaande verplichtingen niet nakomt:
- Aangifte van adreswijziging /verhuizing binnen Nederland: niet eerder dan 4 weken voor de verhuizing en uiterlijk de 5e dag na de dag van verhuizing.
- Aangifte van vertrek naar het buitenland als u langer dan acht maanden buiten Nederland verblijft.
- Aangifte van vestiging uit het buitenland: uiterlijk de 5e dag na de dag van vestiging in Nederland.
- U bent verplicht alle feiten die in het buitenland hebben plaatsgevonden over uw persoonlijke staat te melden bij de gemeente. Gegevens over geboorte, huwelijk, etc. in Nederland worden door de burgerlijke stand doorgegeven aan de basisregistratie.
- Ook kan het zijn dat dat de gemeente u oproept om informatie te geven over het overlijden van een nauw familielid. De gemeente kan u verplichten om documenten te verstrekken.
- Als u een verplichting niet nakomt, riskeert u een boete. Meestal zal de gemeente eerst contact met u opnemen, zodat u op op de aangifteplicht gewezen wordt. Werkt u niet mee, dan loopt u kans de boete te krijgen.
- Als iemand bewust toelaat dat een ander op zijn woonadres is ingeschreven, terwijl hij weet dat dat niet juist is. Bijvoorbeeld door een verklaring van bewoning af te geven zodat die ander een frauduleuze aangifte van verhuizing kan doen. Beide personen zijn dan in overtreding en de gemeente kan beide personen een bestuurlijke boete opleggen.
Bezwaar tegen de boete
De gemeente mag niet zomaar een boete opleggen. Als u een verplichting niet bent nagekomen, moet dat blijken uit beschikbare informatie. Die informatie moet niet alleen aantonen dat u de verplichting niet bent nagekomen, maar ook dat dit aan u verwijtbaar is.
U kunt bezwaar maken tegen een bestuurlijke boete. U moet uw bezwaarschrift binnen 6 weken na dagtekening indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De gemeente zal uw bezwaarschrift behandelen en besluiten of dit gegrond is of niet. Indien gegrond, kan de boete worden ingetrokken. Indien niet gegrond, blijft de boete staan, maar kunt u wel in beroep gaan bij de bestuursrechter.
De hoogte van de boete is maximaal € 325,-